Blogwerk

Aksie Manifestasie Dichters NEE! tegen BTW

Soms is rijmen te gemakkelijk.
Zoals
PVV BTW
BBB BTW
VVD BTW
NSC BTW
en toch rijmt dit niet
maar Poëzie Leeft!!!

zelfs in een land waar dromen gevaarlijk lijken
omdat altijd blijken zal dat het welhaast
waak gekwaak moet zijn
in een land waar overheden denken in onmogelijkheden
energie steken in eufemismen
poëzie bedrijven in het omvormen
van demografisch ongewenste vocalen
het lokale boven het algemene stellen
mensen in dwanggedachten vertellen wat verwacht wordt
wat gedacht moet wat niet gedaan moet
maar als het wel, dan is het nog begrijpelijk ook
dat hij het doet
je bent hier in je eigen tuintje je leven toch niet…
wat maakt dat de BBB een toegevoegde waarde is voor de PVV
wat zoekt de VVD nou helemaal bij het NSC
en waarom bedenken zij een BBB-BTW voor cultuur
het vaandel hoog, zo was het toch
onze eigenheid onze Hollandse identiteit
het was toch onze cultuur die werd bedreigd
dat is toch wat er in hun vaandel staat geschreven
(“die Fa…) Nee!

laten we de toegevoegde waarde van poëzie bepalen
gaat het om betalen, om geld
nee het gaat om wat wordt verteld
het gaat erom dat wordt verteld
niet een waarde in nullen en enen
verteld aan de nullen, de lullen van het kapitaal
het gaat om het verhaal, het grote, de verschrikking
in zachte woorden dichtbij
niet het begrijpen het meeknikken
het klappen van ik heb het begrepen
maar dat het je grijpt, rijp op de takken
in een lentebos, een eenzaam appeltje
dat met kerst nog hangt, verlangt naar een mond
een hand die hem warmen zal
laten we poëzie zaaien in de perken rond de geldbomen
laten het kruidige woorden worden, smaakvol, rijk geurend en besmettelijk
laat de woorden uitlopen, kruipen tegen de stammen op
trekken aan de takken, zodat ze zwaar zullen hangen
om zo hun financiële vruchten te delen met de velen
die het met de loze beloften
en de lege verhalen zullen moeten doen

Poëzie leeft
ook voor het rapalje,
die regering van
ik zal je
geldt
Poëzie leeft

poëzie in zichzelf is toegevoegde waarde
Poëzie leeft

Wat is de definitie van “Goede Poëzie”?

Op een feestje bij Kamiel Choi waren zondag 23 juni 2024 meerdere dichters aanwezig. Zij raakten betrokken in een gesprek over het vraagstuk: wat is de definitie van “Goede Poëzie”? Op zich is het een vraag als vele andere, maar toch leidde deze vraag tot een intens gesprek. Reden voor mij om er hier over te schrijven, schrijven als in een vorm van ‘denken op papier’.

De definitie van een definitie is: 
een samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip, zodat het object van de definitie niet met een ander verward kan worden’. Als aanvulling op deze definitie wordt verder geschreven, een goede definitie is niet circulair; zij bevat geen termen die synoniem zijn met het te omschrijven begrip.
Poëzie is een kunstvorm. Kunst is in zekere zin een container begrip. Daarom kun je zeggen dat de definitie voor poëzie een deel vormt van het grotere begrip Kunst.
Maar wat dan is kunst?

Kunst is de bewuste creatie van iets moois of betekenisvols met behulp van vaardigheid en verbeelding. Het omvat een breed scala aan menselijke activiteiten, waaronder <…> poëzie.
In de westerse esthetica overstijgt het kunstwerk, als resultaat van het bewust gebruik van vaardigheden en creatieve verbeelding, het louter functionele. Elke opvatting van kunst is echter cultuurspecifiek en tijdgebonden.

Wat voor mij als dichter in dit dispuut lastig is, is dat ik kunst net als poëzie zie en ervaar als ontwikkeling, iets dat met de tijd verandert. Die verandering is voor mij niet noodzakelijk een verbetering of verslechtering, het is vooral vaak een verrassing.
Binnen verschillende tijdvakken is het voorstelbaar dat men de kwaliteit van poëzie anders waardeert. En naast die algemene waardering waarmee de definitie van ‘goede poëzie’ samenhangt is er ook nog een particuliere waardering. ‘Smaak’ is dan iets dat in het moment geldt, een particulier standpunt, een keuze met betrekking tot wat in een specifieke periode in het algemeen als mooi of betekenisvol wordt ervaren.

Ik neem er graag de ‘dikke van Komrij’ bij.
Met de bekende bloemlezing ‘De Nederlandse poëzie van de 19 de en 20 ste eeuw in 1000 en enige gedichten’ van Gerrit Komrij in handen kunnen we vergelijken wat in de 19e eeuw goede poëzie werd gevonden t.o.v. goede poëzie in de 20e eeuw. En die waardering kunnen we dan ook weer leggen naast wat op dit moment in de 21e eeuw als goed wordt gewaardeerd. Neem het ‘beste’ gedicht uit de 19e, de 20e en de 21e eeuw, zet ze naast elkaar, en de verschillen tussen deze teksten qua inhoud en vorm zullen direct opvallen.
Om de gezochte definitie van ‘goede poëzie te vinden zouden deze verschillen daarbuiten moeten vallen. Of ze dienen op een hoger cq algemener niveau te worden opgesteld.

Als antwoord op de vraag ”Wanneer is iets kunst?” vond ik:
Iets wordt echt kunst als de maker er in slaagt de kijker te overtuigen van haar of zijn bedoeling achter het kunstwerk. Goede kunst geeft de kijker een nieuwe ervaring of inzicht(en).
Als dit waar is, ben ik, zodra de kunstenaar mij heeft overtuigd, er als liefhebber klaar mee. En op datzelfde moment is ook de kunstenaar klaar.
Het klinkt een beetje als een lesje. Natuurlijk gaat mijn vergelijking erg kort door de bocht en daardoor ook enigszins mank. Maar als men mij de uitkomst van de som en de weg naar die uitkomst toe heeft uitgelegd, heb ik de docent niet meer nodig en kan ik het van hier zelf.

Terug naar de kunstenaar. Zodra hij mij heeft overtuigd van zijn bedoeling ‘weet’ ik het? Meer van hetzelfde zeggen maakt daarna niet meer uit. Meer van hetzelfde wordt een herhaling van het kunstje. Voor mij moet kunst emotie opwekken, kunst moet me verrassen, mij willen pakken, me aan het denken zetten, me betoveren, laten dromen, kortom, kunst moet me bezighouden.
Ooit werd een recept gevonden voor ‘het goede schilderij’.
Het leverde een periode op waarin elk schilderij werd opgezet aan de hand van de Gulden Snede. Die vlakverdeling in de verhouding 5:8 werkte goed, wordt zelfs nu nog regelmatig toegepast. Het is een soort innerlijke leidraad die een mooie compositie oplevert. Maar al die mooie composities samen leverden niet stuk voor stuk unieke topwerken op. Integendeel… hele afleveringen van ‘Tussen Kunst en Kitsch’ worden gevuld met de ‘niet’-kunstwerken ondanks dat zij voldoen aan het recept (de definitie van een goed schilderij). De experts waarderen die schilderijtjes dan vaak met woorden als verdienstelijk, vakmanschap, waarna een grote ‘maar’ volgt.

In de voorgestelde definitie wordt nadrukkelijk het woord ‘goed’ gebruikt. 

De hele vraag lijkt gericht op een objectief antwoord. Maar het woord ‘goed’ in zichzelf is subjectief (tenzij het bijvoorbeeld gaat om het resultaat van een berekening)

Allereerst zijn er twee personen die om die validering vragen, de eerste is de dichter, de tweede is de lezer. Voor elk gedicht geldt dat er één dichter is (uitzonderingen daargelaten) De definitie van ‘de lezer’ zou in dit verband kunnen zijn ‘iedereen met uitzondering van de dichter’

Als auteur (dichter) kun je globaal gezien vanuit twee uitgangspunten tot schrijven komen.
Er kan een verzoek zijn dat tot schrijven leidt. Daarbij moet het woord ‘verzoek’ ruim worden opgevat. Als metafoor zou je kunnen zeggen, dat dit verzoek alles betreft dat een stadsdichter doet vanuit zijn functie (gelegenheidsdichten, commentaren, lofdichten, sinterklaasteksten, etc.)

Daar tegenover staat de persoonlijke ‘stem’ van de dichter, de woorden die uit zijn pen vloeien, persoonlijk zowel in stijl als inhoud.
Voor de auteur geldt dat zowel de externe als de interne prikkel die tot schrijven leidt zijn dichterschap kenmerken. De manier waarop de auteur de kwaliteit van zijn eigen werk benoemt, is subjectief. Het is zijn bedoeling, dit is zoals hij het doet. Voor hem is er geen andere wijze om te dichten.

Van de manier waarop de lezer de teksten van alle dichters ontvangt kun je verwachten dat elke nieuwe tekst die de lezer tot zich neemt wordt vergeleken met wat al gelezen was. Maar ook voor de lezer zal gelden, dat de definitie van goed een persoonlijk is. De dichter kan ook verschillende doelgroepen zien (en bedienen) En elke doelgroep zal een eigen appreciatie hebben.

Als hierboven al geschreven; Voor mij staat kunst gelijk aan ontwikkeling.
Dat voelt strijdig met een definitie. Met een definitie leggen we iets vast. Als het gedicht aan deze kenmerken voldoet, dan is het goed.
Aan het begin van de 20e eeuw ontstond de abstracte kunst. Niet gehinderd door de smaak van het publiek gingen alle afspraken gingen overboord. Voor mij is elk gedicht weer opnieuw een afweging, een risico op afwijzing. Ik weet niet wat ervan gevonden zal worden. Ik weet alleen maar dat het de woorden zijn die in mij leven.

Maar om dan toch maar iets van een definitie van goede poëzie te geven vind ik op wikipedia onderstaande definitie

Poëzie of dichtkunst (van het Griekse ‘poiesis’/ποίησις: maken, scheppen, vormen) is